Voor mij is er niets zo inspirerend en rustgevend als urenlang langs stoffenkramen of door een stoffenwinkel lopen en alle stofjes voelen en vergelijken. Als autodidact heb ik altijd veel geëxperimenteerd met stoffen en al vanaf jonge leeftijd heb ik graag gebreid, waardoor ik aardig wat ervaring heb met verschillende textielsoorten. Hierdoor weet ik welk effect een bepaalde textielsoort heeft op een ontwerp, en welke combinaties werken en welke niet. Elke stof heeft zijn eigen karakteristieken. Zo heb je bijvoorbeeld zachte of ruwe stoffen, dunne of dikke, vochtopnemende of waterafstotende, warme of koele, soepel vallende of juist staande stoffen. Deze worden onder andere bepaald door de grondstof, het productieproces en de soort binding.

Grondstof

Er zijn twee soorten grondstof te onderscheiden voor de productie van textiel: natuurlijke vezels en synthetische vezels. Deze kunnen echter tijdens het weven of breien ook met elkaar gecombineerd worden. Bovendien kunnen bepaalde chemische processen die gebruikt worden voor het verkrijgen van synthetische vezels, ook gebruikt worden op natuurlijke vezels. Deze worden ook wel natuurlijke kunstvezels, semi-natuurlijke of semi-synthetische vezels genoemd. Zoals de naam al aangeeft worden natuurlijke vezels, zoals katoen, wol en zijde van planten of dierlijke producten gemaakt. Synthetische vezels, zoals polyester en elastaan, worden daarentegen door de mens gemaakt door middel van chemische processen, waarbij petrochemische producten worden gebruikt.  Elke grondstof heeft zijn eigen karateristieken, zoals elasticiteit, absorptie, isolatie enz. Ook heeft elke stof een andere impact op het milieu (ik ga daar hieronder verder op in).

Productieproces

Met productieproces kunnen twee verschillende processen bedoeld worden. Zo kan het bijvoorbeeld het hele traject van het verbouwen van de plant tot de stof die in de winkel belandt betekenen. Het kan echter ook in nauwere zin gebruikt worden, namelijk om de manier waarop de grondstof omgezet wordt tot vezel aan te duiden.

Het proces dat gebruikt wordt om van de grondstof een vezel te maken heeft sterke invloed op de eigenschappen van de uiteindelijke stof. Zo wordt viscose  bijvoorbeeld op dezelfde wijze gemaakt als modal, maar door verschil in bijvoorbeeld de chemicaliën die gebruikt worden, de volgorde en de aantal herhalingen van bepaalde processen zijn modalvezels een stuk sterker en absorberender. De elasticiteit, sterkte, de aanleg om te pillen, de absorptie van de vezel, het zijn allemaal aspecten die hierdoor be¨invloed kunnen worden.

Het geheel aan processen is daarnaast (of allereerst…) van invloed op het milieu. Van de manier waarop katoen verbouwd wordt of de houtsoort die gebruikt wordt voor de cellulose om viscose, modal of lyocell mee te maken, tot het spinnen, verven en weven van de vezels. Het gebruik van natuurlijke zaden t.o.v. GGO’s, de hoeveelheid land, water, meststoffen en pesticiden die gebruikt worden, de keuze tussen natuurlijke of synthetische hulpstoffen, het al dan niet sluiten van de productieketen en afval hergebruiken. Allemaal voorbeelden van hoe het produceren van stof een impact heeft op het milieu.

Ik ga daar hier iets dieper op in, en zal er in latere artikels over specifieke stoffen nog op terugkomen, aangezien het best ingewikkeld kan zijn. Elke natuurlijke en semi-synthetische stof kan namelijk op milieuvriendelijke of milieuonvriendelijke manier geproduceerd worden, afhankelijk van de keuzes die de fabrikant op bovengenoemde aspecten maakt.

Soort binding

Een ander aspect dat de karakteristieken van een stof bepaalt is de soort binding. Dit wil zeggen hoe de draden met elkaar verbonden zijn. We kunnen hierin eenvoudig gesteld twee technieken onderscheiden: weven en breien.

Geweven

Er zijn veel verschillende manieren van weven en elke techniek heeft zijn eigen kenmerken. Over het algemeen heeft elke weeftechniek een eigen dikte, stevigheid, structuur en patroon (zowel in kleur als reliëf). Sommige technieken leiden tot een simpel geometrisch patroontje, terwijl andere in de meest uitgebreide taferelen kunnen resulteren. Standaard is echter dat de stof niet rekbaar is, tenzij er elastisch materiaal in verwerkt wordt.

Gebreid

Gebreide stoffen zijn altijd rekbaar. In de winkel vind je deze stoffen meestal onder de noemer tricot (tricoter is Frans voor breien) of jersey. Ook de naam T-shirtstof wordt vaak gebruikt voor deze stoffen. Als je goed naar de stof kijkt zie je dezelfde soort steken die je zelf bijvoorbeeld zou gebruiken bij het breien van een sjaal. De steken worden in dit soort stoffen alleen met hele dunne draden gemaakt, waardoor ze alleen duidelijk zichtbaar zijn van dichtbij.

Leave a Reply